Het optimisme over de woningmarkt is dit jaar getemperd, blijkt uit het jaarlijkse Prinsjesdagonderzoek van EenVandaag onder bijna 17.000 mensen. Terwijl vorig jaar de meerderheid zag dat het beter ging. De zorgen gaan dit jaar voornamelijk over de betaalbaarheid van woningen, vooral voor jongeren.
Het optimisme over de woningmarkt is dit jaar getemperd, blijkt uit het jaarlijkse Prinsjesdagonderzoek van EenVandaag onder bijna 17.000 mensen. Terwijl vorig jaar de meerderheid zag dat het beter ging. De zorgen gaan dit jaar voornamelijk over de betaalbaarheid van woningen, vooral voor jongeren.
Nog geen kwart (23 procent) zegt nu dat de woningmarkt er beter voorstaat dan een half jaar geleden; vorig jaar met Prinsjesdag was dat nog bijna de helft (47 procent). Het belangrijkste knelpunt is, volgens deelnemers, de stijgende huizenprijzen.
Starters
Vooral starters en mensen met een laag inkomen voelen zich hier de dupe van, blijkt uit het onderzoek. Zij worden gedwongen veel huur te betalen en hebben geen kapitaal uit een koophuis zoals andere generaties of mensen met een hoger inkomen, merken mensen op. Een meerderheid (64 procent) verwacht dat de prijzenstijging het komende half jaar doorzet. Een jonge ondervraagde zegt daarover: “Het gaat goed als u een koophuis kwijt wilt, maar dramatisch als u een eerste huis wilt kopen.” En een ander vraagt de politiek om actie: “Starters op de koopmarkt moeten geholpen worden. De politiek moet bijbouwen en de studieschuld mag geen rol spelen in de hypotheekaanvraag.”
Veel banen
Vorig jaar zeiden ruim zes op de tien mensen dat de arbeidsmarkt er beter voorstond dan een halfjaar eerder. Dit jaar zegt iets minder dan de helft dat (47 procent). Ook het vooruitzicht is gedaald ten opzichte van vorig jaar. 43 procent dacht vorig jaar dat het beter zou worden. Daar is nu nog 22 procent van over.
Bron: EenVandaag